Mij overkwam het gisteren. Toen bleek dat een deel van mijn collega’s fanatiek aan het ‘tinderen’ is. Het was de aanleiding voor mijn nieuwe, maar ongevraagde zienswijze.
Nog nooit van ‘tinderen’ gehoord? Met Tinder zoek je Tinderaars (Tinders?) in jouw omgeving. De app spoort ze voor je op en laat je hun foto’s zien. Jij bekijkt een foto en Tinder geeft je de mogelijkheid om de afgebeelde persoon af te wijzen of goed te keuren. Een vleeskeuring op je mobiel. Het schijnt ontzettend verslavend te werken. Keur je elkaar beiden goed, geef je allebei een ‘yes’: dan heb je een match! Bij een match kun je direct een gesprek starten. En afspreken, eventueel.
Tinder is een volledig ingeburgerde, sociaal geaccepteerde app bij iedereen in mijn omgeving. Ik ken al een paar mensen die meerdere Tinderdates hebben gehad. Dat zijn vooral dertigers, vooralsnog dertigers zonder relatie. Een typische Tinder-uitspraak is: “Ik ben er zelfs voor naar Almere gegaan, maar ik had er eerst één in Utrecht.” Die hoorde ik vanochtend.
Gister ving ik op: “Hij vond me opeens interessant toen ik schreef dat ik eerder een relatie met een vrouw heb gehad. Dat hij denkt veel van me te kunnen leren. Best wel fout eigenlijk!”. Deze uitspraak komt van een vrouwelijke collega die ik af en toe in de wandelgangen tegenkom.
Apart. Ik was het niet van plan en heb er niet om gevraagd. Ik had het vooral niet verwacht. Ondertussen beïnvloedt het wel de manier waarop ik de collega bekijk. Hoe noem je zo’n manier, zo’n invalshoek, zo’n wijze? De Jeugd van Tegenwoordig weet het.